Samenwerken is Groeien Samen aan de slag

Huisvesting in de praktijk

Zachtfruitkwekerij Simons BV

Haaren (Brabant) Bouwjaar: 2008 en 2019

Aantal units: 19

We interviewen René Simons

Wat was de aanleiding om aan de slag te gaan?

Wij hebben hier een vaste groep mensen die tijdelijk werk voor ons verrichten. De werkzaamheden die zij uitvoeren zijn onmisbaar voor het succesvol runnen van ons bedrijf dat zachtfruit teelt. We hebben veel in deze mensen geïnvesteerd en we hebben daarbij in de loop der jaren met deze mensen een goede zakelijke, maar vaak ook een persoonlijke relatie opgebouwd. Een goede huisvesting hoort daar dan gewoon bij. En de beste garantie voor kwaliteit - vonden wij - is om dat zelf te doen. Dus wij hebben hier binnen ons bedrijf een aantal wooneenheden gebouwd voor deze medewerkers.

Heeft de locatie het AKF- of SNF-keurmerk?

Wij hebben het AKF-keurmerk.

Zijn de bewoners tevreden?

Zeker, de mensen beschouwen het echt als een tweede thuis. Dat biedt tevens ook binding met het bedrijf, want ze wonen, net als wij, op het erf. Ook scheelt het natuurlijk in de kosten en tijd van woon-werkverkeer dat je gewoon op de werklocatie woont. Wat was de aanleiding om zelf te gaan bouwen? Wat je niet wilt is dat slechte huisvesting een reden is voor mensen om niet meer in Nederland te werken. Je wilt dat mensen goed wonen, zich hier prettig voelen en daarmee ook met plezier aan het werk gaan. Wij constateerden dat de beste manier om dit te bereiken was, als we zelf een groot deel van de huisvesting voor onze rekening namen. Dan weet je zeker dat je die hogere standaard kan aanhouden. Dat is toch minder duidelijk als je inhuurt, hoewel ook in deze sector de lat steeds hoger komt te liggen. Maar voor ons is de internationale werknemer een asset die wij koesteren. En koesteren kun je dus het beste zelf doen.

 Welke partijen waren erbij betrokken?

Wij hebben de bouw zelf voor onze rekening genomen. Maar het proces werd van de zijde van de gemeente Oisterwijk uitmuntend vormgegeven. Zij hebben het Expertisecentrum Flexwonen in de hand genomen en die hebben hier sessies met bedrijven, internationale medewerkers, omwonenden en verder alle stakeholders georganiseerd en dat deden ze geweldig goed. Vervolgens zijn er beleidsregels opgesteld en die bieden ondernemers hier een duidelijk kader voor het bouwen voor internationale medewerkers. Ik zie bij sommige buurgemeenten dat het daar nog steeds een beleidsmatige chaos is en ik zou willen dat ze daar hetzelfde traject als hier zouden doorlopen.

Wie heeft zorggedragen voor de kosten?

Wij hebben alles zelf geļ¬nancierd.

Hoe was de samenwerking met de gemeente en andere bevoegde gezagen?

Zoals ik al heb aangegeven was de samenwerking met de gemeente erg goed. We hebben de woonruimten hier in twee fases kunnen realiseren. De huisvesting is met de uitbreiding van ons bedrijf meegegroeid.

Hoe past het initiatief binnen het gemeentelijk beleid?

Wat ik zie, is dat de gemeente zich er sterk van bewust is dat als wij de mensen hier op onze bedrijfslocatie huisvesten, dat een economische win-win situatie is. Niet alleen voor ons bedrijf. Maar het betekent ook dat wij geen beroep doen op de reguliere huizenmarkt en die woningen dus beschikbaar blijven voor de lokale bevolking. Ook doen wij geen structureel beroep op recreatiewoningen en die kunnen dus weer gebruikt worden voor toeristen en bezoekers. Ook dat is winst voor de lokale economie. Wat je wel ziet, is dat het voor gemeenten wennen is dat je (weer) kunt wonen op een productielocatie. Dat is te begrijpen, want we hebben in Nederland de afgelopen jaren wonen en werken steeds meer gescheiden. Tot in de jaren negentig was het normaal om een bedrijfswoning op het bedrijventerrein te hebben. Inmiddels hebben we volledig gesaneerd, vooral uit veiligheidsoverwegingen. Nu komt dat echter weer wat terug, met onze woningen voor medewerkers op het erf, dat is wennen. Maar ik denk dat het niet anders kan, want we hebben deze mensen nodig en dan moet je als ondernemer ook een oplossing bieden voor de huisvesting. Dat kun je het beste doen door het op eigen erf te organiseren. Wat dat betreft lopen wij als tuinbouwsector echt voor op andere sectoren, vind ik. Hier in Waalwijk werd een enorm distributiecentrum gebouwd waar honderden internationale medewerkers aan de slag moesten en daar deden ze zelf niets aan de huisvesting. Dan zijn wij als agrarische sector toch al veel verder met onze initiatieven.

Hoe is het sociaal beheer van de locatie georganiseerd?

Nou de mensen wonen op dezelfde locatie waar wij als familie wonen. Iedereen let op elkaar, dus dat zit wel goed. Hoe is de relatie met de lokale bevolking? Eigenlijk heel goed, door goede communicatie creëer je ook wederzijds begrip. Natuurlijk vernamen we bij de inspraak wat zorgen. Dat waren trouwens vooral de mensen uit Oisterwijk die na de samenvoeging met de gemeente Haaren – veel meer een agrarische gemeente – ineens met dit vraagstuk te maken kregen. Want daarvoor had Oisterwijk eigenlijk nauwelijks een agrarische sector binnen de grenzen en hadden ze hier niet eerder mee te maken gehad. Maar dat is verleden tijd; er doen zich geen problemen voor. Je ziet zelfs dat als er geen problemen zijn, internationale medewerkers eigenlijk vooral een gewoon onderdeel van de lokale samenleving zijn.

Op welke wijze is invulling gegeven aan duurzaamheid?

We hebben gebruik gemaakt van bestaande gebouwen en alles goed geïsoleerd, de gebouwen zijn voorzien van zonnepanelen. Verder is het van belang dat we nu minder woon-werkverkeer hebben.

Wat zijn de succesfactoren en wat zijn de lessen voor andere ondernemers die aan de slag willen met huisvesting voor internationale medewerkers?

Ik denk dat een proces zoals de gemeente dat hier heeft georganiseerd, met goede begeleiding van het Expertisecentrum Flexwonen, heel veel vooroordelen kan wegnemen en duidelijke beleidskaders kan meegeven aan ondernemers. Verder denk ik dat het goed is dat we een duidelijk onderscheid blijven maken tussen de opgaven die wij hebben als ondernemers en andere vraagstukken op de woningmarkt, zoals bijvoorbeeld opvang van migranten, gescheiden mensen die snel tijdelijke huisvesting zoeken. Dat moeten we niet koppelen aan de woningen en woonlocaties die wij realiseren. Houd het zakelijk. Huisvesting voor internationale medewerkers is onderdeel van je core business, andere huisvestingsvraagstukken niet. Dat moet een gemeente ook niet vragen. Voor de gemeente zit de winst erin dat de mensen die wij huisvesten geen beroep doen op de woningen voor deze andere groepen.