Samenwerken is Groeien Samen aan de slag

Zo kan het ook 

Voorbeeld: Flower Tower

Initiatiefnemer: Uitzendbureau Ruigrok Productie B.V.

Locatie: Aalsmeer (Noord-Holland)

Bouwjaar: 2021

Aantal units: 200

Gesprekspartner: Ton Slobbe

Wat was de aanleiding om aan de slag te gaan? Wij zien drie belangrijke ontwikkelingen. De eerste is de sterk toenemende schaarste aan arbeid. Die is in de loop der jaren steeds groter geworden in plaats van minder. Daarbij komt dat door de hele EU deze schaarste optreedt en dat je dus als werkgever echt goede arbeidsvoorwaarden moet bieden. Dat geldt ook voor huisvesting, ook al is die tijdelijk. Het geeft je gewoon een concurrentievoordeel. Maar ook omdat we weten dat de schaarste, en dus de komst van internationale medewerkers, voorlopig nog structureel is, heeft het ook meer zin om te werken aan structurele huisvesting voor deze doelgroep. Het klinkt tegenstrijdig, maar de schaarste is een economische zekerheid die de basis kan zijn voor bouw van woningen. En daarbij hebben wij als bedrijf de norm dat internationale medewerkers in appartementen moeten wonen waar je zelf ook in zou willen wonen. Dat laatste zie je ook terug in de projecten die wij neerzetten.

Heeft de locatie het AKF- of SNF-keurmerk? Wij hebben het SNF-keurmerk.

Zijn de bewoners tevreden? De bewoners zijn zeer tevreden. We hebben zelfs wachtlijsten. Dat leidt dus ook tot meer verzoeken om dergelijke locaties te ontwikkelen. Wat ons betreft past dat ook in de emancipatie van de internationale medewerkers zoals wij die nastreven. Wij hebben het bijvoorbeeld steeds vaker ook over ‘expats’. Dat vinden wij een veel beter woord dan ‘arbeidsmigranten’, want dat laatste geeft een beeld alsof deze groep mensen hier komt wonen. Dat gebeurt wel, maar beperkt. Veruit de meesten komen hier tijdelijk werken. Als het gaat om expats, dan kan alles hier. Dan mag je onderhuren en zijn er geen klachten. Maar wat mij betreft zijn deze internationale medewerkers ook expats, alleen werken ze met hun handen. Maar ze zijn minstens zo belangrijk voor onze economie, als de groep die wij expats noemen. Ik vind wel dat we van dat onderscheid af moeten.

Wat was de aanleiding om zelf te gaan bouwen? Naast de intrinsieke wens om huisvesting op te leveren waar je ook zelf zou willen wonen, zien we dus ook de druk op de Nederlandse huizenmarkt alleen maar toenemen. Ook neemt de woningproductie niet voldoende toe. Dus de reguliere bouwopgaven kunnen niet als oplossing fungeren voor de huisvesting van internationale medewerkers. Dan moet je dat als het ware loskoppelen en bijvoorbeeld ook gaan bouwen op bedrijfslocaties, of in oude bedrijfsgebouwen. Dat is nieuw en kan heel lang duren, zo is ook onze ervaring. De kunst moet zijn dat overheden en bedrijven leren hoe we dit proces kunnen versnellen.

Welke partijen waren erbij betrokken? Ruijgrok Productie en de gemeente Aalsmeer. En uiteraard hebben we de omgeving bij het project betrokken. 

Wie heeft zorggedragen voor de kosten? Wij hebben alles zelf gefinancierd. Dat geldt voor al onze projecten. Dat hoort wat ons betreft ook bij het ontzorgen van de overheden als het gaat om deze vorm van huisvesting. Maar het maakt het ook mogelijk om, als het nodig is, snel te schakelen. En dat laatste kan soms zeker het geval zijn, want als je een vergunning hebt, kun je wel degelijk snel meters maken. Maar dan moet de financiering geregeld zijn.

Hoe was de samenwerking met de gemeente en andere bevoegde gezagen? De samenwerking verliep goed. Dat is belangrijk want we hebben hier nog veel meer van dergelijke opgaven te gaan, willen we voldoende huisvesting voor de internationale medewerkers creëren.

Hoe past het initiatief binnen het gemeentelijk beleid? Het geheel past zowel binnen het beleid ten aanzien van internationale medewerkers als in het ruimtelijk beleid.

Hoe is het sociaal beheer van de locatie georganiseerd? Uiteraard hebben we een toezichthouder en werken we met camera’s. Maar ik vind het heel belangrijk op te merken dat als je de mensen hele goede huisvesting biedt, met goede voorzieningen op het gebied van recreatie en dergelijke, zaken als overlast geen rol spelen. Voor zover er sprake was van overlast, had dat in het verleden meer te maken met woningen die in wijken stonden en waar de bewoners niet blij waren met allemaal auto’s voor de deur, of andere van dat soort zaken. Maar als je de huisvesting, zoals in het geval van de Flower Tower, als  zelfstandige woonlocatie ontwikkelt dan speelt dat geen rol. Zeker als het bijvoorbeeld ook nog eens op een bedrijfslocatie gebeurt. Verder wil ik nog iets benadrukken waar weinigen bij stilstaan, en dat is dat wij vaak jaren met mensen samenwerken. Natuurlijk is de relatie in de kern zakelijk, maar er ontstaan wel degelijk nauwe banden. En dat heeft zeker ook gevolgen voor de verhoudingen op de locaties. Mensen kennen elkaar, ze kennen ons, ze kennen de omgeving, ze kennen de winkels en vaak zelfs ook bewoners. In zo’n situatie ontstaat er niet snel overlast.

Hoe is de relatie met de lokale bevolking? De relatie is goed. Eigenlijk blijkt dat het beter wordt, wanneer we dit soort locaties ontwikkelen, omdat de omwonenden zien dat het niet concurreert met de eigen woonbehoeften. Het zijn prachtige locaties, maar het zijn geen woningen die worden onttrokken aan de markt. Dat scheelt enorm.

Op welke wijze is invulling gegeven aan duurzaamheid? De gebouwen zijn goed geïsoleerd; we maken zoveel mogelijk gebruik van duurzame materialen. Wat ik verder ook heel belangrijk vind, is dat wij streven naar een optimale bezetting. Want voorkomen van leegstand is – naast dat leegstand geld kost - ook duurzaamheid.

Wat zijn de succesfactoren en wat zijn de lessen voor andere ondernemers die aan de slag willen met huisvesting voor internationale medewerkers? Ik denk dat de trend dat bedrijven zelf aan de slag gaan met het huisvesten van medewerkers niet te stuiten is. We hebben de internationale medewerkers hard nodig. Dat zien we niet alleen in de tuinbouwsector, maar nu ook in de logistiek, de distributie en de techniek. Dus we zullen hard aan de slag moeten met het zoeken naar en het ontwikkelen van nieuwe locaties.